zaterdag 11 februari 2012

Samenvatting: Hoofdstuk 4.1 Inleiding

In deze case study wordt er gekeken naar de bevordering en de belemmering van een goede herontwikkeling van de stationslocatie Rotterdam Centraal. Maar wat is goed? Stations, vooral grote stations zijn belangrijke knooppunten of centra in een ruimtelijk- en een verkeersnetwerk, zij kennen een concentratie van potenties voor ontwikkeling. Gebruikers van verschillende vervoersmiddelen, kantoren, winkels, scholen etc., ontmoeten elkaar op stationslocaties en gaan daar van de ene rol over in op de andere rol.


Waar realisatie van 'soepel' meervoudig ruimtegebruik mogelijks is, kent een stationslocatie ruimtelijke kwaliteit. Soepelheid is niet vanzelfsprekend, want tussen verschillende gebruiksvormen kunnen fricties ontstaan. In het bestaande station Rotterdam Centraal lopen de reizigers elkaar in de weg door nauwe doorgang van sporen, veel reizigers ergeren zich aan de mensen die in een rij staan voor een verkooppunt van eten en drinken en reizigers ergeren zich aan mensen die 'rondhangen' in het station.


De realisatie van 'soepel' meervoudig ruimtegebruik is een samenwerking van verschillende organisaties, deze samenwerking wordt hier besproken. De samenwerking kende publiek-private samenwerking en burgerparticipatie, maar traditioneel bestuurlijk overleg blijkt toch te overheersen. De consequentie van de bestuurskundige invalshoek is dat de inhoudelijke aspecten van het ruimtelijk ontwerp en financieel-economische gegevens weinig belicht worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten