Samenvatting hoofdstuk 4: Het procesverloop
Er is een publiek-private alliantie gevormd die in overleg
met omwonenden een masterplan heeft opgesteld. Het rijk heeft dat plan
afgewezen en vervolgens zijn rijk, gemeente en spoorwegbedrijven samen verder
gegaan, terwijl de regio zich aansloot. In het proces zijn verschillende
arena’s te onderscheiden op basis van actoren. In de werking van de
verschillende arena’s in een proces is onderscheid te maken tussen drie
perioden. In arena 1 is voor de hele investeringsopgave een kader opgesteld. De
uitwerkingen vonden plaats in arena 2,3 of 4. Daarna begint het weer van voor
af aan(arena 1).
Pro rail is het verlengde van ministerie van verkeer en
waterstaat. Als pro rail niet betrokken zou zijn tussen afspraken van het rijk
en de gemeente over de herontwikkeling van rotterdam centraal. Dan zouden de afspraken een lege huls zijn. De
gemeente, NS, ING en Rodamco zijn vier partners die gebruik maakten van een
projectbureau en trokken stedenbouwkundige aan. In 2000 bood de publiek-private
alliantie omwonende de gelegenheid bij
te dragen aan het masterplan. Het projectbureau zorgde ervoor dat de opgekomen
belastellende ideeën mochten bedenken en die ideeën ook mochten presenteren.
Die ideeën zouden bij de besluitvorming door de raad meewegen.
De ambities van verschillende actoren kwamen vanaf 1998
samen in het kader van het beleidsprogramma van nieuwe sleutelprojecten. Het
rijk weigerde om tot de alliantie toe te treden tot spijt van rotterdam. De
plubliek private samenwerking en het programma van de uitgangspunten die de
alliantie hanteerde bij het opstellen
van een masterplan zijn goedgekeurd door de raad en bekrachtigd in het
bestuurlijk overleg tussen gemeente en het rijk.
In april 2001, werd het masterplan van de alliantie
gepresenteerd. De raad stemde ermee in september 2001. Bij de presentatie werd
bekend gemaakt dat Rodamco de alliantie verliet omdat de belastingwetgeving het
voor een erkend belegger onaantrekkelijk maakte om direct in de investering te
participeren .De alliantie en haar masterplan kreeg de genadeklap toen het rijk
het masterplan niet aanvaarde: de financiële analyse volstond niet en het rijk
werd teveel geld gevraagd. In de volgende ronde in de arena werkten het rijk,
gemeente en spoorwegbedrijven samen verder de herontwikkeling, waarbij zij zich
beperkten tot de terminal en de verdere herontwikkeling van de locatie buiten
beschouwing lieten. De vergroting van de reizigerscapaciteit van het krappe
station Rotterdam centraal, de aanleg van de HSL-Zuid en van de randstadrail
waren ook voor de nieuwe politieke coalities ‘’rijdende treinen’’ al zou de
herontwikkeling sober worden. In maart
2003 werd in het bestuurlijk overleg op hoofdlijnen een akkoord bereikt en in
september 2003 werd het programma van eisen opgesteld dat gebruikt wordt voor
de selectie van een architect. De actoren die het proces nu sturen zijn het
ministerie van volkshuisvestigingen, ruimtelijke ordening en milieubeheer, het
ministerie van verkeer en waterstaat, de gemeente Rotterdam, de NS en de
stadsregio Rotterdam
Geen opmerkingen:
Een reactie posten