Station Rotterdam Centraal
maandag 13 februari 2012
zondag 12 februari 2012
Samenvatting: Hoofdstuk 4.3 Ambities Actoren Rotterdam Centraal
Als
een project van start zijn er verschillende belanghebbende. Deze
belanghebbende worden ook wel actoren genoemd. In deze post zullen
wij u vertellen over de ambities van de verschillende actoren die aan
bod komen voor ons project ‘’Rotterdam Centraal’’.
De jaren negentig en het begin van deze eeuw kennen investeringen in tal van Nederlandse stationslocaties. Wat er met deze vernieuwingen bereikt wil worden is:
- Een grotere capaciteit voor reizigers en treinen
- Meer winkels en ontwikkeling van kantoren
Het
NSP-(nieuwe sleutelprojecten) programma is een onderdeel van het
nationaal ruimtelijk beleid gericht op de verdere ontwikkeling van de
Randstad als economische motor van Nederland en als concurrerende
stedelijke regio in Europa. Hierbij tracht de rijksoverheid als één
partij naar voren te treden om de grote steden en de Nederlandse
Spoorwegen te ondersteunen bij de realisatie van de HSL-Zuid en Oost
en bij vitalisering van de steden.
In het NSP-programma worden de gemeenten voorgesteld als de actoren die het primaat hebben bij de herontwikkeling. De gemeente Rotterdam gaf tot in 1997 prioriteit aan de herontwikkeling van de Kop van Zuid. Zowel qua vraag naar nieuw ontwikkelde kantoorruimte op de vastgoedmarkt als qua capaciteit bij het ambtelijk apparaat moest de stationslocatie wachten totdat het project Kop van Zuid stilaan ten einde liep. Aanvankelijk was nog niet duidelijk waar de HST-halte gesitueerd zou worden, maar toen de bestaande stationslocatie werd aangewezen kon daarop alle aandacht gevestigd worden. Bij de spoorwegbedrijven en de gemeenten bestond reeds zorg om de capaciteit van Rotterdam Centraal Station, vooral de reizigersdoorgang onder de sporen is te krap. Bij de spoorwegbedrijven, met name ProRail, NS Stations en NS Vastgoed, leefde de wens om het station ‘’bij de tijd’’ te brengen met betrekking tot voorzieningen voor de reiziger dan wel rendement van het vastgoed.
De ambities van de gemeente en van de spoorwegbedrijven zijn in de loop van het proces aangevuld. Zo waren er gedurende de voorbereiding van het masterplan in de Raad fracties die er veel belang aan hechtten dat bij de herontwikkeling ook woningen gerealiseerd zouden worden. Een raadsfractie als van de Stadspartij was begaan met de mensen die moeilijk een woning vinden. De veronderstelde bijdrage die bewoners leveren aan de sociale veiligheid is een specifiek argument voor woningbouw als onderdeel van de herontwikkeling. De partners in de alliantie namen woningen graag op in hun ruimtelijke programma. Ze prefereren hier liever duurdere appartementen voor tijdelijke bewoning door ‘’expats’’ dan goedkope huurwoningen, dit met name omdat de vastgoedmarkt gekrompen is.
Rotterdam Centraal heeft een slechte reputatie als het gaat om sociale veiligheid om en rond het station. De actoren van het project hebben omwonenden mee laten denken over veiligheidsmaatregelen die getroffen kunnen worden. Zo kwamen de omwonende met het idee om een politiepost te plaatsen bij het station en een verblijfsruimte voor verslaafde zwervers. Zo zijn de actoren er achter gekomen dat omwonenden in meer concrete termen denken en spreken en dat zij de herontwikkeling meer beoordelen op eindresultaat dan het geval is bij de professionele, stedenbouwkundige planners die stapsgewijs van abstracte naar concrete plannen wilden werken. Het is dus een hele goede zet geweest om de omwonende erbij te betrekken.
Hieronder volgt een overzicht van de verschillende actoren en hun ambities met betrekking tot Rotterdam Centraal
Actoren |
Ambities |
Gemeente Rotterdam |
Aansluiting
station-centrum, ontwikkeling kantoren/amusement/woningen, city
marketing lokale/regionale bereikbaarheid |
Nederlandse
Spoorwegen |
Renderend personen-
en goederenvervoer, exploitatie station (Retail),
vastgoedontwikkeling |
Ministerie van
Volkshuisvesting |
Ontwikkeling
hoogwaardig stedelijk milieu |
Ministerie van
Verkeer en Waterstaat |
Realisatie HSL-Zuid
omwille van nationale bereikbaarheid, aanpak van knelpunten
regionale bereikbaarheid Randstad |
ProRail |
Capaciteit/veiligheid
lijninfrastructuur en station |
Stadsregio
Rotterdam |
Realisatie
Randstadrail omwille van regionale bereikbaarheid |
ING Vastgoed
Belegging |
Vastgoedontwikkeling,
image-building |
Rodamco Nederland |
Vastgoedontwikkeling,
image-building |
Omwonenden |
Rustige/veilige
leefomgeving, lokale bereikbaarheid |
Lokale/regionale
ov-bedrijven |
Renderend
personenvervoer |
Ministerie van
Financiën |
Uitgavenbeperking,
stimulering publiek-private samenwerking |
zaterdag 11 februari 2012
Samenvatting: Hoofdstuk 4.1 Inleiding
In deze
case study wordt er gekeken naar de bevordering en de belemmering van
een goede herontwikkeling van de stationslocatie Rotterdam Centraal.
Maar wat is goed? Stations, vooral grote stations zijn belangrijke
knooppunten of centra in een ruimtelijk- en een verkeersnetwerk, zij
kennen een concentratie van potenties voor ontwikkeling. Gebruikers
van verschillende vervoersmiddelen, kantoren, winkels, scholen etc.,
ontmoeten elkaar op stationslocaties en gaan daar van de ene rol over
in op de andere rol.
Waar
realisatie van 'soepel' meervoudig ruimtegebruik mogelijks is, kent
een stationslocatie ruimtelijke kwaliteit. Soepelheid is niet
vanzelfsprekend, want tussen verschillende gebruiksvormen kunnen
fricties ontstaan. In het bestaande station Rotterdam Centraal lopen
de reizigers elkaar in de weg door nauwe doorgang van sporen, veel
reizigers ergeren zich aan de mensen die in een rij staan voor een
verkooppunt van eten en drinken en reizigers ergeren zich aan mensen
die 'rondhangen' in het station.
De
realisatie van 'soepel' meervoudig ruimtegebruik is een samenwerking
van verschillende organisaties, deze samenwerking wordt hier
besproken. De samenwerking kende publiek-private samenwerking en
burgerparticipatie, maar traditioneel bestuurlijk overleg blijkt toch
te overheersen. De consequentie van de bestuurskundige invalshoek is
dat de inhoudelijke aspecten van het ruimtelijk ontwerp en
financieel-economische gegevens weinig belicht worden.
donderdag 9 februari 2012
Samenvatting hoofdstuk 4: Het procesverloop
Er is een publiek-private alliantie gevormd die in overleg
met omwonenden een masterplan heeft opgesteld. Het rijk heeft dat plan
afgewezen en vervolgens zijn rijk, gemeente en spoorwegbedrijven samen verder
gegaan, terwijl de regio zich aansloot. In het proces zijn verschillende
arena’s te onderscheiden op basis van actoren. In de werking van de
verschillende arena’s in een proces is onderscheid te maken tussen drie
perioden. In arena 1 is voor de hele investeringsopgave een kader opgesteld. De
uitwerkingen vonden plaats in arena 2,3 of 4. Daarna begint het weer van voor
af aan(arena 1).
Pro rail is het verlengde van ministerie van verkeer en
waterstaat. Als pro rail niet betrokken zou zijn tussen afspraken van het rijk
en de gemeente over de herontwikkeling van rotterdam centraal. Dan zouden de afspraken een lege huls zijn. De
gemeente, NS, ING en Rodamco zijn vier partners die gebruik maakten van een
projectbureau en trokken stedenbouwkundige aan. In 2000 bood de publiek-private
alliantie omwonende de gelegenheid bij
te dragen aan het masterplan. Het projectbureau zorgde ervoor dat de opgekomen
belastellende ideeën mochten bedenken en die ideeën ook mochten presenteren.
Die ideeën zouden bij de besluitvorming door de raad meewegen.
De ambities van verschillende actoren kwamen vanaf 1998
samen in het kader van het beleidsprogramma van nieuwe sleutelprojecten. Het
rijk weigerde om tot de alliantie toe te treden tot spijt van rotterdam. De
plubliek private samenwerking en het programma van de uitgangspunten die de
alliantie hanteerde bij het opstellen
van een masterplan zijn goedgekeurd door de raad en bekrachtigd in het
bestuurlijk overleg tussen gemeente en het rijk.
In april 2001, werd het masterplan van de alliantie
gepresenteerd. De raad stemde ermee in september 2001. Bij de presentatie werd
bekend gemaakt dat Rodamco de alliantie verliet omdat de belastingwetgeving het
voor een erkend belegger onaantrekkelijk maakte om direct in de investering te
participeren .De alliantie en haar masterplan kreeg de genadeklap toen het rijk
het masterplan niet aanvaarde: de financiële analyse volstond niet en het rijk
werd teveel geld gevraagd. In de volgende ronde in de arena werkten het rijk,
gemeente en spoorwegbedrijven samen verder de herontwikkeling, waarbij zij zich
beperkten tot de terminal en de verdere herontwikkeling van de locatie buiten
beschouwing lieten. De vergroting van de reizigerscapaciteit van het krappe
station Rotterdam centraal, de aanleg van de HSL-Zuid en van de randstadrail
waren ook voor de nieuwe politieke coalities ‘’rijdende treinen’’ al zou de
herontwikkeling sober worden. In maart
2003 werd in het bestuurlijk overleg op hoofdlijnen een akkoord bereikt en in
september 2003 werd het programma van eisen opgesteld dat gebruikt wordt voor
de selectie van een architect. De actoren die het proces nu sturen zijn het
ministerie van volkshuisvestigingen, ruimtelijke ordening en milieubeheer, het
ministerie van verkeer en waterstaat, de gemeente Rotterdam, de NS en de
stadsregio Rotterdam
zondag 5 februari 2012
samenvatting hoofdstuk 2
Procesmanagement
gepositioneerd
Besluitvorming dient het resultaat te zijn van een proces
van interactie tussen de instanties, de overheden onderling en de omliggende
partijen waarmee gewerkt wordt.
Tijdens dit proces van besluitvorming verschuift de aandacht
heel vaak van organisatie en project naar het proces zelf. De gedachte hier
achter is dat het proces een ingewikkelde en hoogwaardige functie inneemt, maar
waarbij het proces zelf wel ontworpen en gestuurd kan worden.
Procesmanagement onderscheidt zich in verschillende
manieren van andere stijlen:
Als er bij een ontwikkelingsvraagstuk te weinig aandacht
is voor het proces, wil dat zeggen dat er op een van de andere aspecten van het
project te veel aandacht is:
- de inhoud
- command and control,
- project en
- chaos.
Proces VS inhoud:
In de ruimtelijke wetenschap wordt de procesmatige
tegenover de inhoudelijke benadering toegepast.
Door de ruimtelijke nadruk op de wereld wordt er door
planologen meer gekeken naar bijvoorbeeld concepten, stedenbouwers en de
samenhang van de gebouwen.
Het probleem dat hierbij komt kijken is dat er geen
feitelijke informatie aanwezig is en de oplossing voor een probleem redelijk
moeilijk te vinden is.
Om dit probleem te voorkomen is er een zogenaamde package
deal in het leven gebracht waarin afspraken en besluiten op dit gebied worden
vastgelegd.
Proces vs command and control:
Bij een hedendaagse procesbenadering ligt de nadruk op
openheid en communicatie. Hierdoor kan worden gesproken over een open
procesbenadering waarbij organisaties met elkaar onderling ruimtelijke
vraagstukken bespreken.
Bij deze benadering ligt de nadruk op interactie tussen
organisaties, een systeem dat op gespannen voet staat met de klassieke vorm.
De klassieke vorm heeft zijn stempel namelijk vooral
liggen op een “dominante organisatiegerichte”-benadering, waarbij meestal
één organisatie de leiding heeft, doelen bepaalt en de te gebruiken
methodiek bepaalt. Ook moeten de niet-leidende projectleden verantwoording
afleggen bij het hoofd van de organisatie, iets dat veel onderlinge spanningen
veroorzaakt.
Veel organisaties worden niet beoordeelt op hun interactie,
maar vooral op cijfers van het verrichtte werk. Vaak wordt in de praktijk een
open procesmatige benadering overheerst door de
command
and control benadering.
Proces vs project:
Een proces benadering ligt tegenover een
projectbenadering.
Als er zich problemen voor doen tijdens een
projectbenadering is de aanname dat het probleem en oplossing redelijk stabiel
is. Klopt dit, dan is de projectmanagerial-techniek toe te passen:
- Duidelijke doelstelling
- Duidelijk tijdpad
- Duidelijke randvoorwaarden
-Vooraf gesteld eindproduct
Mocht de activiteit die op dat moment plaatsvind is van dynamische
aard zijn, dan kan er beter voor een procesbenadering worden gekozen. De
ontstane dynamiek vind zijn oorzaak in interne en externe problemen:
- Interne: Tijdens het proces komt men erachter
dat het project complexer en groter is dan verwacht.
- Externe:
Externe bedrijven komen met
hun eigen ontstane probleem en door hun zelf ontwikkelde oplossingen, hierdoor is
het project niet meer de verbindende factor en ontstaan verschillende
deelprojecten.
Proces vs chaos:
Tijdens een proces
is het duwen en trekken geblazen om tot een oplossing te komen die zoveel
mogelijk belangen behartigd. Deze fase van “duwen en trekken” kenmerkt
zich vooral door het feit dat veel besluiten niet genomen worden, terwijl in
deze fase juist knopen moeten worden doorgehakt.
Om dit proces van onduidelijkheid te voorkomen treedt er
besluitvorming bij procesbenadering toe, compromissen worden gemaakt. Deze methode
van besluitvorming zorgt ervoor dat de partijen minder in opstoot met elkaar
komen. Dit wordt gedaan door “spelregels” op te zetten om transparantie
in de besluitvorming en orde in de chaos aan te brengen.
Het procesmanagement bevat dus risico’s, maar ook veel oplossingen
overde manier van beheersing van deze risico’s.
Als we naar de overheid kijken wordt duidelijk dat de
bedoeling van de overheid vooral is om afstand te doen van twee gedachtes
tijdens een procesbenadering:
- De gedachte dat de overheid een monopolie van kennis heeft
- De gedachte dat de overheid een monopolie van macht heeft
Om deze gedachte weg te laten ebben is het de bedoeling
dat de overheid de klassieke vorm van sturing toepast. Deze wijze van
procesmanagement wordt beschouwd als een instrument om zo effectief mogelijk te
communiceren, hoewel dit is niet de beste manier is om actoren te laten
overleggen en compromissen te sluiten. Deze manier wekt hoogstwaarschijnlijk
weerstand van verschillende actoren.
Om het hiervoor genoemde problemen te reduceren wordt
procesbenadering gebruikt en procesafspraken worden gemaakt.
Deze procesafspraken moeten voldoen aan:
- Openheid van besluitvorming garanderen.
- Overheid moet zich terughouden opstellen.
- Elke partij moet de procesafspraak
respecteren.
Een belangrijke waarde voor de procesmanager is de beheersbaarheid.
Kiest de procesmanager echter voor de procesbenadering, dan moet de
beheersbaarheid op worden geofferd omdat onderhandelingen en compromissen bijna
niet beheersbaar zijn.
Het proces wordt echter ook beheersbaar door een
hele strakke visie op te zetten waar niet afgeweken van kan worden. Dit zorgt
voor en fuik die op te lossen is door:
- Politici moeten zich kunnen verantwoorden
- Maatschappelijke organisaties hebben een
mobiliserende functie
- Bedrijven hebben als kernwaarde de
vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens
De besluiten die worden genomen kunnen erg “stroperig”
zijn, wat geen draagvlak creëert en ook geen besluit tot stand zal brengen. Procesmatige
sturing heeft dan ook alleen effect in combinatie met “command and control”:
- “command and control” ontstaat omdat het proces tot een
bevredigend resultaat heeft geleid
- “command and control” ontstaat omdat coöperatie is
mislukt
- “command and control” door de ruimte die is ontstaan
- “command and control” als aanjager van een coöperatie
- “command
and control” als public performance
Een overheid zal omschakelen van “command and control” naar
procesbenadering wanneer het inhoudelijk niet mogelijk is om gezaghebbende
ontwikkelingen te realiseren.
Een grote risico van deze procesbenadering is dat de
besluitvorming te weinig inhoud heeft, niet compleet verrijkend en niet
innovatief wordt. Om dit te voorkomen is het dan ook handig om een
inhoudsdeskundige te gebruiken om vroeg in het proces een variatie van
problemen en oplossingen te genereren.
Gedurende een onderhandeling van processen is het
belangrijk om afspraken te maken die voor elke partij voordelig zijn. Hierdoor
is moeilijk om het resultaat van deze onderhandelingen te legitimeren, een
probleem dat de projectbenadering voor een deel oplost. Fases, doelen,
producten en deadlines zijn universele richtlijnen voor het gehele project die
voorop staan in de realisatie van de gebiedsontwikkeling.
Om deze reden wordt projectbenadering (de verantwoording)
dan ook “frontstage” genoemd, de procesbenadering (de besluitvorming) krijgt de
bijnaam “ backstage”.
vrijdag 3 februari 2012
Samenvatting hoofdstuk 1 procesmanagement
Door middel van deze samenvatting proberen wij u een
beter beeld te geven, wat procesmanagement precies inhoud. Op deze manier wordt
het voor u, en alle andere geïnteresseerde lezers ook duidelijker om onze verdere blogs te lezen
over Rotterdam Centraal.
Het tot stand brengen van meervoudig ruimtegebruik (meerdere
malen benutten van ruimte) stelt niet alleen
hoge eisen aan de ruimtelijke ontwerpen, maar ook aan de processen van ruimtelijke
ontwikkeling. In dit gebruik van de ruimten moeten meervoudige ontwerpen
verankerd raken. Deze verankering kan pas plaatsvinden wanneer alle betrokken
partijen (actoren) het idee van meervoudigheid omarmen en bereid zijn daarin te
investeren.
Volgens de oprichters van Habiforum, expertisenetwerk
voor meervoudig ruimtegebruik, ontkenden dat en hebben in hun
onderzoeksprogramma expliciet aandacht besteed aan het thema “organiseren en
managen van ruimtelijke ontwikkelingsprocessen”. Habiforum is van 1999 tot 2009
actief betrokken geweest bij gebiedsontwikkeling. De voornaamste taak van
Habiforum was het bieden van een kennisnetwerk van en voor professionals in de
ruimtelijke ordening. Hierbuiten heeft Habiforum zich erg ingezet om innovatieve en duurzame
oplossingen voor complexe ruimtelijke vraagstukken te ontwikkelen.
Om in deze organisatie de aandacht voor processen vast te
houden, is een groep van procesexperts bijeengebracht. Deze groep experts
bestond uit wetenschappers en procesadviseurs die hun kennis gebundeld hebben
in het boek: ”Meervoudig ruimtegebruik en het management van meervoudige
processen.
In het veld van ruimtelijke vraagstukken is een bepaalt
jargon ontstaan, waar termen zoals “ruimtelijke ontwikkelingspolitiek” en “ontwikkelingsplanologie”
deel van uit maken. De verhouding tussen plannen en ontwikkelen is ongeveer
10 jaar geleden vastgesteld en sindsdien vele malen opnieuw ontdekt en
beschreven. Vele ruimtelijke ordening, streekplannen en bestemmingsplannen
worden vastgesteld door een overheidsorgaan. Deze plannen hebben vanuit de
beginselen de charme van eenstemmigheid, de meerderheid van de tweede kamer of de
provinciale staten. Ook kan het zo zijn dat, op relatief kleine schaal, de
gemeenteraad een plan goedkeurt.
Maar deze eenstemmigheid blijkt in de praktijk erg lastig
realiseerbaar, dat heeft vooral te maken met de spanning tussen de eenstemmige
plannen enerzijds en de meerstemmigheid van de ruimtelijke realiteit
anderzijds.
Samenhang smeden is een uitdaging van groot belang,
wil je harmonie in je plan creëren. Deze samenhang komt tot stand door een duidelijk
en definitief besluit te nemen over het geheel van ruimtelijke claims. In
deze besluitvorming is het dus van groot belang welke aspecten van een plan wel
en niet worden gehonoreerd.
Juist waar meervoudig ruimtegebruik gewenst is, zal het creëren van
samenhang erg belangrijk zijn. Er moet in meervoudig ruimtegebruik namelijk gezorgd
worden dat de belangen van alle verschillende actoren zo effectief mogelijk
worden nagestreefd.
Er is al eerder een verkenning uitgevoerd naar
proceseigenschappen die meervoudige ruimtegebruik bevorderen of belemmeren. ook
hebben eerdere studies en trajecten duidelijk gemaakt
dat het organiseren van processen een belangrijk en ingewikkeld vraagstuk
is.
De reden hiervoor is dat je met heel veel verschillende
partijen te maken hebt die allemaal hun eigen doel najagen. Aan de
procesmanager de taak het verkregen draagvlak te behouden en zo het proces zo
soepel van fase tot fase laten verlopen (voorbereiding, vaststelling en
uitvoering), iets dat in de praktijk moeilijk te realiseren valt.
donderdag 2 februari 2012
Team G stelt zich voor
Allereerst wil ik ons team voorstellen. Wij zijn projectteam G en studeren Bouwtechnische Bedrijfskunde aan de Hogeschool van Amsterdam. De volgende projectleden vormen projectteam G:
- Wesley Doest
- Toni Javor
- Bart Harmsen
- Thomas van der Heijden
- Marco Heemskerk
- Rogier Schaeffers
- Ciwan Güngörmüs
- Ciwan Güngörmüs
Voor onze projectopdracht moest er een locatie uitgekozen worden die wij op de voet gaan volgen en alle ins- en outs over vertellen en dit openbaar stellen voor mensen die hier belangstelling voor hebben. We hebben gekozen voor het centraal station in Rotterdam. Door mensen op de hoogte te houden van deze locatie maken we gebruik van diverse vormen van social media. Het projectteam G kan gevolgd worden op facebook, twitter en blogger. Hierop zullen wij dagelijks de actualiteiten posten over de voortgang van ons team en de voortgang wat betreft Rotterdam Centraal.
Met dit project is het de bedoeling dat wij meer gaan leren wat procesmanagement precies inhoud. Dit gaan we leren door te kijken op welke aspecten procesmanagement van toepassing is bij het Rotterdam centraal. Er zijn op Rotterdam centraal veel processen bezig en het is een heel dynamisch project, wij gaan er dan ook van uit dat dit een uitermate geschikt project zal zijn om meer van het procesmanagement te leren. Wij zullen ons er erg in moeten verdiepen, dit kan door middel van interviews, internet, locatiebezoeken. Contact maken met mensen van het project vinden wij een belangrijk aspect om er een duidelijk zicht over een proces te krijgen.
In dit project zullen wij leren om te gaan met social media, hoe procesmanagement werkt, en hoe we informatie kunnen verschaffen.
Wij zullen ons best doen om dit blog zo interessant, betrouwbaar en kwalitatief hoog te houden. Hiermee wordt het voor iedereen duidelijk hoe de processen van de verbouwingen en ontwikkelingen van Rotterdam centraal in elkaar zitten.
Wij horen graag reacties van u op onze posts, dat zou ons helpen bij de nieuwe posts.
Veel leesplezier,
Team G
Abonneren op:
Posts (Atom)